Geldstromen naar Wemmel in kaart
De Universiteit Gent heeft recent de geldstromen van de Vlaamse overheid naar de lokale en provinciale besturen in kaart gebracht. Zulk overzicht ontbrak eigenaardig genoeg, waarop eind 2012 de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken (VLABEST) de onderzoeksopdracht gaf.
Ook onze gemeente werd in het rapport onder de loep genomen. In 2011 ontving het gemeentebestuur van Wemmel per inwoner 462,78 euro aan Vlaamse middelen. Een afwijking van -23,98 % ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Het gemeentebestuur van Wemmel geniet in totaal van 11 Vlaamse geldstromen. Daarmee nestelt ze zich in de grootste groep van gemeenten (209 gemeenten ontvangen middelen uit 11 à 15 geldstromen).
Het onderzoek focust op het verzamelen van cijfermateriaal en geeft jammer genoeg geen verklaring van de verschillen tussen de gemeenten. Toch geeft het rapport ons een goed beeld hoe de middelen in Vlaanderen verdeeld worden.
In 2011 werd er ongeveer 4,6 miljard euro middelen toegekend aan de lokale en provinciale besturen*, goed voor 18% van de totale uitgaven van de Vlaamse overheid.
- Totale geldstromen
In 2011 werd door de Vlaamse overheid voor een bedrag van 608,75 euro per inwoner aan weerkerende geldstromen toegekend aan de Vlaamse gemeentebesturen. Per inwoner ontving Wemmel 462,78 euro, een afwijking van -23,98 %. Het onderzoek ging niet na wat de reden is van de verschillen tussen de gemeenten, maar de aanwezigheid van bepaalde onderwijsinstellingen verklaren waarschijnlijk de hoge geldstromen in bepaalde gemeenten.
- Geldstromen exclusief Gemeentefonds, Stedenfonds en de Elia-compensatie
Indien geen rekening wordt gehouden met het Gemeentefonds, het Stedenfonds en de Elia-compensatie bedraagt de geldstroom per inwoner in Vlaanderen 256,24 euro. In dat geval ontving Wemmel in 2011 331,86 euro per inwoner, ofwel een afwijking van 29,51 %. Er ontstaat dus een totaal ander beeld, wanneer abstractie wordt gemaakt van de grote fondsen. Sommige gemeenten met voorheen een positieve % afwijking, hebben nu een negatief % afwijking of vice-versa. Opmerkelijke vaststelling, waarvan de verklaring opnieuw deel moet uitmaken van een volgend onderzoek.
- Aantal geldstromen
Naast de geldstroom per inwoner werd per bestuur ook het aantal recurrente geldstromen opgenomen. Aan de meeste gemeenten werd tussen de 11 en 15 verschillende geldstromen toegekend met een gemiddelde van 14 van de 31 mogelijke geldstromen, een maximum van 27 (Antwerpen en Brugge) en een minimum van 3 (Herstappen). Het gemeentebestuur van Wemmel geniet van 11 geldstromen. Daarmee nestelt ze zich in de grootste groep van gemeenten (209 ontvangen middelen uit 11 à 15 geldstromen). Ook hier werd binnen het bestek van de opdracht niet gezocht naar de verklarende factoren van deze verschillen.
- Overzichtstabel
Het onderzoek focust op het verzamelen van cijfermateriaal en geeft jammer genoeg geen verklaring naar de verschillen tussen de gemeenten. Toch stelt het een aantal belangrijke conclusies voorop. Zo bestaat er een grote diversiteit (68 verschillende) aan geldstromen. Het genereren van gegevens bleek ook een complexe en tijdrovende onderneming.
Het studiewerk is daarom vooral een aanzet om het cijfermateriaal te verfijnen en jaarlijks te monitoren. Het feit dat de Vlaamse overheid op dit moment geen overkoepelend overzicht heeft van zijn financieringsinstrumentarium, is volgens VLABEST eigenlijk onaanvaardbaar.
Het rapport moet alvast een aangrijpingspunt zijn om een volgende stap te zetten in de planlastvermindering voor lokale en provinciale besturen. Een goede zaak, want ook inzake administratieve vereenvoudiging en transparantie is een ‘wildgroei’ aan nieuwe geldstromen beste vermijdbaar.
*Het begrip ‘lokale en provinciale besturen’ is ruimer dan alleen gemeente-, OCMW- en provinciebesturen: het gaat ook om autonome gemeentebedrijven, gemeentelijke vzw’s, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW-verenigingen, etc.